Ruim 4 weken trekken we met onze kids Koen (4) en Jim (2) door Bali en Lombok.
Ons reisprogramma:
10 dg Bukti (in het noorden)
4 dg Ubud
5 dg Manggis (bij Padang Bai)
8 dg Gili Air (Lombok)
2 dagen Sanur (zuiden)
We zijn er!
…en wat ging de reis voorspoedig!
De jongens waren engeltjes, ik ben zo trots op ze! Het was lang, maar dat wisten we van tevoren. Maar achteraf viel het enorm mee. De 12 uur naar Kuala Lumpur brachten we door met films kijken, DS-een, eten, drinken, slapen en iPad-een. Op de luchthaven van Kuala Lumpur de jongens even lekker laten uitrazen: rennen, springen, en… de jungle in! Je hebt daar namelijk in het hart van de luchthaven een soort oase, in de open lucht, met boardwalk tussen de dichtbeplantte bomen door. Het begon net licht te worden dus de vogels om het hardst aan het fluiten. Koen vond het geweldig en Jim verwachtte elk moment dat Diego naar beneden kwam suizen.
Als beloning voor hun engelengedrag gingen we op zoek naar een ijsje, iets dat nog best lastig was maar we wel gevonden hebben in de vorm van een bolletje vanille ijs in een koffiekopje. Smullen!
Daarna nog een rustige vlucht van bijna 3 uur die we voornamelijk slapend doorbrachten.
Aangekomen op Bali wachtte ons buiten het vliegtuig al iemand op die de visa regelde, ons langs de enorme rij bij de douane loodste (onze paspoorten werden niet eens gechecked!!) en onze bagage oppikte. Buiten bracht hij ons naar Jos, onze chauffeur die met hem afrekende. VIP service noemen ze dat hier, jaja!
Nog een rit van ruim 3 uur inclusief pin- en plaspauze door het binnenland volgde. Erg mooi door de rijstvelden, jungle, langs aapjes en meren. Maar ook erg bochtig omdat we over/langs de vulkaan moesten. De jongens hebben de eerste helft van de rit nog enthousiast liedjes gezongen, maar de tweede helft lagen ze te slapen.
Op de terugweg neem ik een reistabletje, ik was blij dat we er uiteindelijk waren ;)
In het huis aangekomen stonden we versteld van de luxe, het zwembad en het uitzicht over zee. De jongens wisten niet hoe snel ze de kleding uit moesten trekken en de zwembroek aan.
En wij konden eindelijk relaxen met een koud biertje…
Dag 1
Vandaag heerlijk geluierd. Even acclimatiseren, wennen aan de warmte, het tijdsverschil en het idee dat niets hoeft en alles mag.
De staff hier bestaat uit Ilu en Komang, 2 keukenprinessen die ons verrassen met heerlijke hapjes en sapjes. Dan is er Jos die alles regelt en tevens chauffeur is, Ketut die voor de tuin zorgt en Putu die snachts het fort bewaakt. Er wordt dus goed voor ons gezorgd!
Vers gebakken brood, pannenkoeken, clubsandwiches, fruitshakes, en natuurlijk heerlijke Balinese gerechten. Koen en Jim eten lekker met de pot mee, al ging een boterham met Nutella er ook prima in.
Verder vooral in de zon en in het zwembad gelegen, de boys hebben al een gezond kleurtje te pakken al blijft het oppassen dat je niet verbrandt, ondanks factor 50.
Koen en Jim zijn vooral onder de indruk van alle beestjes die je hier hebt: vliegjes, vlinders, visjes, hagedisjes, gekko’s, libellen, zwaluwtjes, vleermuizen, torren, maar the catch of the day was toch wel De Watertor.
Met z’n duikbril op snorkelend het zwembad door is Koen de koning te rijk. Remko moest er ook aan geloven dus hup, ook de duikbril op. Spot hij opeens een beestje onder water, zo groot als een walnoot ongeveer. Schepnetje erbij en voilà, daar was De Watertor. Een soort kakkerlak met zwemvliezen, heel grappig. Het beessie werd in een emmer gedaan en iedereen moest hem zien. Nog even dachten we dat het misschien een biologisch verantwoorde manier kon zijn van de balinezen om het zwembad schoon te houden, maar we hebben hem toch maar een nieuw huis gegeven in de vorm van de tuinvijver ;)
Het tweede actiemoment van de dag was de installatie van de flatscreen tv buiten, zodat op het heetst van de dag de jongens even in de schaduw gehouden konden worden door de Lion King op te zetten.
En wij genieten nu laat op de avond ook van een DVDtje, met op de achtergrond het ruizen van de zee…
Dag 2
Heerlijk uitgeslapen! Het voordeel van een jetlag is dat de kids nu eens niet als eerste wakker zijn. Dus kon ik vanochtend lekker rustig wakker worden op het terras en genieten van de rust, fluitende vogels, zwaluwtjes die komen drinken uit het zwembad en het gekabbel van de golven.
Toen ik m’n tweede bakje koffie stond te maken verschenen er 2 slaperige koppies in de keuken en moesten er 2 papjes gemaakt worden. Want de Brinta is natuurlijk wel meegegaan in de koffer ;)
De rest van de dag weer heerlijk geluierd, wat een fantastisch plekje is dit toch.
De jongens vermaken zich prima in het zwembad en Koen leert duiken en salto’s springen. En tegen het eind van de middag is het cocktailtijd: vers fruit uit de blender met een scheutje arak. Mmmm…..
Morgen maar eens de buurt verkennen, tijd voor wat actie!
Strand
In het noorden van Bali heb je zwarte stranden, door de lava van de Batur vulkaan. Op zich prima, maar gloepensheet als de zon er even op staat!
Vanochtend dus zo’n lavastrand bezocht, Jos bracht ons er naartoe en het was echt zo’n plek waar alleen de locals naar toe gaan. Dat betekent geen ligbedden, parasollen, toeristen en lastige verkopertjes. Maar ook veel rotzooi (de Balinezen zijn echte rommelkonten), vergane offerbakjes, loslopende honden en ladingen oude kokosnoten.
Toch heeft het wel wat, we hebben lekker gevliegerd, zandkastelen gebouwd en konden heerlijk ongestoord zitten in de schaduw van een oude boom op een soort terrasje (kleedje met laag tafeltje) van een warung (shoppie/cafeetje/snackbar).
Koen was gefascineerd door de ‘lava’ om hem heen, wauw, dit komt dus uit de vulkaan! 2 lavastenen moesten mee als schat. En Jim viste uit de rommeltjes op het strand een lepel en fles, wat die ochtend zijn mooiste speelgoed was.
Het afrekenen was misschien nog wel t leukste: 3 flesjes coca cola, 2 zakjes chips en een cars speeltje voor nog geen 2 euro. Mooie Hollanders die we zijn ;)
Bukti
Vlakbij ons huis is een klein dorpje, Bukti. Zo’n 2 kilometer lopen langs een geasfalteerde weg. Van alles komt voorbij: scooters met enorme balen gras en bladeren achterop of hele families. Auto’s met in de achterbak die open is oma met dr kleinzoons en een stel kippen. Of busjes met kindjes die zwaaien. In ieder geval toetert iedereen even als ze ons zien lopen, want hier komen weinig toeristen. De jongens vinden het grappig en zwaaien meestal terug, al is Koen af en toe een beetje verlegen. Het is allemaal tè anders dan thuis.
Als we in Bukti aangekomen zijn gaat Remko’s teenslipper stuk. Aan de overkant zit een warung, dus we gaan even kijken of ze daar misschien slippers hebben. Voordat we het winkeltje binnen stappen moeten de slippers uit, een gewoonte die we ook in Thailand zagen. Jim tillen we voor het gemak maar gewoon op, koen doet netjes z’n teva’s uit. En warempel: nadat Remko z’n maat had verteld toverde het meisje ergens nog n paar vandaan. De boys willen graag een dino snoepje hebben dat op de toonbank naast allerlei ander snoep uitgestald stond, dat heel stoer zelf betaald werd met ‘zakgeld’ uit hun portemonnee.
Bukti zelf bleek auto vrij, gezien de smalle straatjes. Konden de jongens lekker rondrennen en zich verbazen over de vele kippen en kuikens er rondliepen, de hanen zaten in grote kooien. Overal zaten mensen voor hun huisje en riepen hello en lachten. Een vrouw met een kind aan de borst kwam ons tegemoet en een praatje maken. Jim moest natuurlijk babietje kijken en zo kwamen we erachter dat het kindje 2 maanden was en Komang heette.
In Bali noemt men alle kinderen hetzelfde ongeacht geslacht, in volgorde van hoeveelste kind het is. Komang is de derde die geboren wordt.
In z’n enthousiasme rende Jim te hard de heuvel af, en viel op z’n knietjes. Bij een tempel gingen we even op de trap zitten om te troosten en de schade te bekijken, gelukkig was het maar een schrammetje.
Er zaten meer kindjes op de trap die het allemaal machtig interessant vonden, allemaal met smoezelige kleren en zonder schoenen. Koen kroop achter mij, dit was toch echt te raar. Al die leeftijdgenootjes die zo anders waren… Onze wandeling vervolgd door het dorpje, veel kleine tempeltjes en schattige huisjes, omaatjes op veranda’s en vuurtjes die brandden. De drakenbeelden en leeuwekoppen werden door Koen en Jim met verbazing bekeken, helaas konden we geen tempel in omdat we hempjes droegen, en voor tempelbezoek moeten je schouders en knieën bedekt zijn.
Op de terugweg hadden we wel een ijsje verdiend, dat op het stoepje ervoor werd opgesmikkeld. De eigenaar, een jonge gozer had zojuist een puppy gekocht, een bang scharminkel dat voor pitbull moest doorgaan. In de hoofdstad had hij er 2 miljoen voor betaald, een klein vermogen voor Balinese begrippen.
Nog maar nauwelijks verder onderweg kwamen we Ilu tegen op haar scooter, op weg naar ons huis. Of Koen mee wilde rijden, nou, dat snapte hij gelijk en glunderend stapte hij op. Daar had hij van gedroomd, al in Nederland had hij het erover en konden we het niet uit z’n hoofd praten. Zeg dan maar eens nee…
Singaraja
De voormalige hoofdstad van Bali, Singaraja, ligt een half uurtje rijden hier vandaan.
Met de komst van het toerisme in het zuiden, waar de mooiste stranden zich bevinden, is de hoofdstad Denpasar geworden, waar ook het vliegveld is.
Toch is Singaraja de moeite waard, waar je ook nog veel nederlandse invloeden tegen komt in de architectuur. We besluiten het culturele stuk over te slaan en de markt te bezoeken, die zich midden in de stad bevindt en een overdekte ‘hal’ is met allemaal kraampjes. De paadjes zijn zo nauw dat je achter elkaar moet lopen en ook nog moet uitkijken dat je niet in de goot of andere viezigheid trapt. Het is er donker en benauwd, en allerlei vreemde geuren wisselen elkaar af, net als de muziek die overal klinkt. Jim moet ook nog nodig plassen, en bijna niemand verstaat het woordje ‘toilet’ dus beeldt Remko het maar uit… Door de wirwar van gangen weten we toch op tijd de toiletten te vinden, nog nooit schoongemaakt en de stank is verschrikkelijk. Gelukkig is het een Bali-toilet, een pot in de grond waar je met de voeten aan weerszijden moet hurken, dus zet ik Jim er voor en doet hij dapper staand z’n plasje.
Snel weg hier!
We laten de hal voor wat hij is en lopen langs de marktkraampjes op straat, veelal gewoon op de grond. Van het merendeel weten we niet eens wat het is wat ze allemaal verkopen, maar de vissen vinden de jongens mooi en Jim gaat uit z’n dak als we trossen kleine banaantjes zien liggen. We kopen er een paar en trots als een pauw loopt hij er mee rond. Even later staan we vol verbazing te kijken naar een paar dode kippen, die wel geplukt zijn maar met hun kop bungelend over de rand uitgestald liggen. Over kippen gesproken: als een scooter voorbij rijdt en een levende kip verliest die onder het voorwiel komt, ligt koen helemaal in een deuk. Ik vraag voorzichtig of hij het niet een beetje zielig vond, waarop hij antwoordt: maar hij leefde nog hoor mama…
Kinderen
Koen vindt de kinderen hier maar raar. Ze zijn bruin en hij verstaat ze niet. Genoeg redenen om strak de andere kant op te kijken als we ze tegenkomen. Of weg te duiken achter mama’s rok.
Tot vandaag. We waren op het strand om de hoek bij ons huis, ik was er eerder al wezen kijken bij vloed, toen waren er alleen stenen, maar nu bij eb was de zee ondiep en een strook zand waar lekker gespeeld kon worden. Nog geen 10 minuten nadat we ons hadden geïnstalleerd kwamen er 2 jongens het verder lege strand op rennen: koooeeen, jimmieeee! Ze waren blijkbaar uit Bukti, waar we een paar dagen geleden rond hebben gewandeld. Ze waren een jaar of 10 denk ik, en sprongen enthousiast het water in naast de jongens. Jim vond het gelijk helemaal leuk en liet zich optillen en meeslepen, koen zwom met een serieus gezicht gelijk verder het water in. De jongens er achteraan, maar ze durfden niet zo ver als Koen. Blijkbaar konden ze niet goed genoeg zwemmen en voorzichtig verscheen er een overwinnaars glimlachje op koen z’n gezicht. Nog een paar keer werd er een soort wedstrijdje gedaan en toen was het ijs gebroken en deden ze elkaar na en werd er met handen en voeten gepraat. Jim hielp met kuilen graven en toen ik met snoepjes en een opblaaskrokodil aan kwam zetten was het feest compleet.
Na afloop vroeg ik koen of hij de kindjes nog steeds zo raar vond. “Nee mama het zijn mijn vrienden nu, maar ze praten alleen steeds zo snel dat ik het niet kan verstaan!”
Ubud
Ubud is druk! Na de rust van ons stekkie in het noorden moeten we allemaal even wennen aan de vele shoppies, restaurants, toeristen, scooters en auto’s. 7 jaar geleden waren we hier ook, alleen was het toen een stuk rustiger en gemoedelijker, artistieker.
Ubud is van origine een kunstenaarskolonie en het spirituele hart van Bali. Het ligt midden tussen de rijstvelden en is prachtig groen. Maar nu dus een stuk toeristischer, sommige stukken herkennen we nauwelijks terug.
Toch is het sfeertje wel hetzelfde, een beetje sprookjesachtig met al die authentieke huisjes en tempels. Zo ook in ons guesthouse, net buiten de drukke hoofdstraat Monkeyforest Road. Geen gewone deuren maar prachtige panelen houtsnijwerk, ook voor de ramen. Alles is open, geen glas, dus niet benauwd binnen. We slapen onder klamboes en de boys vinden het geweldig in hun ‘tent’.
De buurt al even verkend, de markt is om de hoek. Een drakenvlieger en voetbal gescoord, de eigenaren van de shopjes weten feilloos de kinderen in te palmen. Jim is al tevreden als hij z’n banaantjes heeft, hij eet er zo 3 of 4 achter elkaar op. Kleine aap!
Monkey Forrest
In Ubud moét je in het Monkey Forrest geweest zijn. Het ligt aan het eind van de hoofdstraat en is een heel oud bos met tempels. De hoofdattractie zijn de loslopende apen die er wonen. We hebben wel even getwijfeld of we het wel moesten doen: de apen zijn brutaal (ze pikken alles van je af en weten feilloos zakken te rollen of tassen te openen) en niet allemaal even lief (vooral de mannetjes bijten nogal eens van zich af, en dan moet je zsm naar het ziekenhuis voor rabiës vaccinaties) maar met gezond verstand op zak leek het ons prima te doen.
Zonnebrillen in de tas, niks in de zakken en de bananenverkopertjes negerend liepen we het bos in. Overal zaten aapjes en de jongens vonden het geweldig! Helemaal toen we bij een klein vijvertje kwamen met een hoge tak waar de aapjes ‘bommetje’ vanaf sprongen. Prachtig gezicht!
Het bos was prachtig, enorm dikke bomen met lianen die naar beneden hingen, grote stenen beelden overal en tempels.
De aapjes hadden wel wat beters te doen dan ons lastig vallen, er waren genoeg toeristen die wel banaantjes bij zich hadden of de apen wilden aanhalen. Een Australiër vroeg nog of we een aap met z’n zonnebril er vandoor hadden zien gaan en een andere toeriste werd de tas van open geritst.
Na een ijsje en voor ons een ijscoffee (met ‘bubbles’, een soort jelly-achtige bolletjes) lekker met de taxi weer terug. Genoeg actie voor deze ochtend!
Bali Bird & Reptile Park
Zo’n 20 minuutjes rijden vanaf ons guesthouse vind je het Bali Bird & Reptile Park. Een klein park, bestaande uit 2 delen met jawel: vogels en reptielen.
Heel veel vogels lopen of vliegen vrij rond en het is prachtig tropisch aangelegd. De jongens vinden het prachtig en rennen uitbundig de smalle paadjes af van de ene naar de andere vogelsoort. Waar ze in kooien zitten is het een sport ze het eerst te vinden, en waar ze los lopen worden alle bosjes gecheckt. Als we langs een punt komen waar je op de foto mag met een papegaai op je schouder is Koen niet te stuiten: dat wil ik! Hij krijgt er 1 op zijn schouder en een bonuspapegaai op zijn hoofd, het circus is er niks bij. Jim vindt het imponerend maar geeft zijn portie aan Vikkie als de man met een vogel naar hem toe loopt.
Daarna zijn de reptielen aan de beurt, daarvan zitten de meesten (gelukkig) wel in een kooi of achter glas. Pythons, kaaimannen, krokodillen, boa’s, allerlei gecko’s, kikkers, reuze spannend allemaal.
Maar het leukste zijn toch de leguanen die los rondlopen en je mag aaien. De beesten vinden hun blaadjes groenvoer veel te belangrijk om zich te storen aan ons dus waagt Jim zelfs een dappere poging!
Met een ijsje achter de kiezen rond het middaguur weer naar huis. Het is nu echt heel warm dus laten we lekker luxe eten bezorgen op onze veranda. Jim komt voor de nasi zelfs z’n bed uit (ik heb lekker geslapen hoor mama – niet dus) en wanneer ik onder een verfrissende douche sta kruipt eerst Jim en daarna Koen er bij. We hebben een groot hoekbad, dus het stopje erin en het feest kan beginnen. Nog niet watermoe wordt er nog gezwommen in het zwembad en daarna is het alweer tijd om te eten.
Als we langs een ‘doctor fish’ tentje komen (zo’n bak met visjes waar je met je voeten in moet, de beestjes eten zich een slag in de rondte aan je dode huidcellen, doet niet zeer maar kietelt wel) moet Koen dat natuurlijk uitproberen en stopt z’n hand erin. Lachen gieten brullen natuurlijk! Morgen wil onze beautyking graag een afspraak daar om z’n voetjes erin te kunnen hangen. “Maar als ze maar niet aan mijn grote teen knabbelen want daar zit een korstje op en die mag er niet af!”
We eten heerlijk bij een klein tentje waar we 7 jaar geleden vlakbij logeerden en ook vaak wat hebben gedronken. De jongens zijn druk met tekenen, ze tekenen ons hotel, de vulkaan, een boot, koen met een gitaar, Jos met z’n auto en koen bij Ilu op de scooter.
Het eten is heerlijk, jim eet potato wedges (eindelijk weer tatties!) ondanks zijn 6 bananen die we onderweg hadden gekocht, koen houdt het toch op rijst en sate. Op de terugweg proeven we nog kokosijs en halen we wat koude biertjes. Life is good!
On tour
Jim doet af en toe nog een middagdutje, Koen doet soms spontaan mee, maar meestal niet. Vandaag mocht ie met mij mee, samen op pad, naar dr. Fish, de voet-scrub-vissen. Helaas, er zijn nog 4 wachtenden voor u… Dus we maakten rechtsomkeert en doken een zijpad in, tussen de rijstvelden door. Aan het begin van het weggetje stond namelijk een uil geschilderd en die wilde koen graag zien.
We kwamen uit bij een klein huisje waar een kunstenaar woonde die alleen maar uiltjes schildert, en binnen had hij een kleine expositie ingericht. Buiten werkte hij aan z’n nieuwste project: 100 uilen. Naast dat grote schilderij met 100 uilen wilde hij 100 uilen exposeren van bezoekers, dus wij mochten ook een uil tekenen. We werden gefilmd en gefotografeerd terwijl we ons kunstwerk maakten. Koen nam z’n taak heel serieus en tekende een prachtige uil, met alles erop en eraan. Als dank kregen we 2 uiltjes en 2 kaarten, zo lief!
Eind van de middag, toen het niet meer zo stikkend warm was, met z’n viertjes op pad door de rijstvelden. Ergens hadden we een bordje gezien, dat ons via een smal steegje en achterompaadjes het platteland op leidde. Mooi! Een flinke tippel over een heel smal zandpad, vaak met slootjes aan beide zijden. Oppassen dus voor natte voeten! We zagen vlinders, kokosnoten, vogels, eenden, hard werkende mensen, bloemen, honden, kleine hutjes, spelende kinderen, maar vooral rijst, en dat moest geplukt worden om bij de andere Bali-schatten te bewaren om thuis te laten zien!
Manggis
Ons nieuwe onderkomen ligt vlak bij white sand beach, de plek waar we ruim 7 jaar geleden getrouwd zijn. 3x raden waar we vandaag dus heen móesten… Juist. Om 9 uur vertrokken we en via Candidasa, een apenkolonie, een slingerweg en een enorm stijl en smal hobbelweggetje waren we er!
Wat toen nog een ongerept en onbekend strand was, is nu ontdekt door menig toerist. We vonden dan ook een stuk of 6 lokale restaurantjes inclusief zonnebedden en parasols op de plek waar we ons jawoord gaven. Verderop waar de vissersboten lagen en de rotsen waar we foto’s hebben gemaakt, zag het er wel hetzelfde uit. Erg bijzonder om hier nu met z’n viertjes te zijn! Allebei de boys kregen als herinnering een armbandje met een echte haaientand eraan, superstoer natuurlijk.
De jongens vonden het strand prachtig, de zee was woest en het getij hoog, dus er kon eerst nog niet gezwommen worden. Gelukkig genoeg zand om een enorm zandkasteel te bouwen en er moest ook gevliegerd worden.
Een oud balinees mannetje maakte muziek en dat moest natuurlijk ook uitgeprobeerd worden. Later toen de golven minder hoog waren leerde Koen bodyboarden, op een klein surfplankje de branding door racen.
We bestelden een lekker drankje en proosten op ons geluk. Bruin verbrand en met overal nog zand keerden we eind van de dag huiswaarts. Over 7 jaar weer???
Tirtiganga
Koen heeft nieuwe vriendjes. Een stuk of 7. De eerste heeft ie slimpie genoemd, de andere 6 heten gewoon krabbetjes.
Eigenlijk zijn het heremiet kreeftjes, kleine kreeftjes die in een schelp wonen vlak bij zee. Als je ze oppakt kruipen ze snel in hun huisje, als je ze neerzet kruipen ze weg. Alhoewel… Soms als je ze oppakt zijn sommigen zo brutaal dat ze toch proberen in je vingers te bijten met hun scharen. En dat maakt het juist zo spannend…
Ze wonen in een emmer en krijgen blaadjes en koekjes te eten. En ze moeten mee naar Nederland. Tja, probeer dat maar eens uit te leggen…
Verder een cultureel dagje. Het waterpaleis Tirtiganga bezocht, een natuurlijke bron met ‘heilig water’ waar omheen een paleis is gebouwd met tuin en vijvers, en waar je ook kunt zwemmen. Erg mooi, met leuke stapstenen, beelden en fonteinen. Toen door voor lunch naar Bali Asli, een soort Balinese Librije in de heuvels, waar je prachtig uitzicht hebt op de vulkaan Agung. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van verse ingrediënten uit de regio, en er komen geen elektrische apparaten als oven of blender aan te pas. Penny, de chef, was verbaast over dat de kids het eten ook lekker vonden, het waren best aparte dingen zoals paddestoelen in bananenblad, een drankje met kaneel en gember en vissate.
Ik heb zelfs ananasbier gedronken, heerlijk!
De wc was een beleving op zich, in de buitenlucht zonder muurtje, maar omdat in de verste verte geen huis te bekennen was zat je toch ‘save’!
Gili Air
Met de snelboot van Padang Bai zijn we naar de Gili eilanden vertrokken. Gili Air, het eilandje dat het dichts bij Lombok ligt, is onze bestemming. Het is er paradijselijk: geen hoogbouw, wat houten strandtentjes, bootjes, strand en azuurblauw water…
De dagen rijgen zich aan elkaar tot een tropische droom: luieren in de schaduw, beetje wandelen en rondkijken, lekker eten en drinken. En elke dag naar het strand! De ene keer vlakbij, de andere keer nemen we een paardekarretje en gaan we bij het strandje liggen waar je het beste kan snorkelen. 2 dagen geleden zelfs een snorkeltripje gemaakt, met de boot naar de 2 andere eilanden, snorkelen onderweg en springen vanaf de boot. Lekker gelunched op Gili Meno en daar ook een schildpaddenopvangcentrum bezocht. Topdag!
Nieuwe hobby’s worden ontdekt zoals krabbetjes vangen die op het strand rondscharrelen en bewaren in een plastic fles. Maar ook vissen voeren tijdens het snorkelen: overgebleven aardappels of bananen in een fles stoppen en onder water de dop eraf halen: tientallen gekleurde tropische vissen die uit je hand eten, geweldig! Koen haalde z’n schepnetje erbij en ving er zo een aantal! Hup, in hun emmertje en Jim zorgt wel voor ze (schep zand erbij).
Op blote voeten lopen is ook zo’n nieuwe hobby, omdat hier alleen maar zandwegen zijn kan dat best, maar zwarte voeten dat ze hebben! Schelpen zoeken is nog steeds favoriet, en kuilen graven ook. Jim z’n lievelingsspeelgoed is een plastic lepel die hij in Ubud al ergens van n vrouwtje uit de keuken heeft gekregen.
En vandaag waren stokken populair, trommelen, tekenen, vechten, je kunt er van alles mee.
Wij relaxen heerlijk in de schaduw op grote kussens en helpen natuurlijk mee met kastelen bouwen, vissen voeren of katjes lokken.
We hebben 2 dagen aan ons verblijf hier op Gili Air vastgeplakt, we kunnen nu gewoon nog niet weg…
4 weken
Het is omgevlogen, deze vakantie. 4 weken lijkt lang, maar time files when you’re having fun. 4 weken waarin we als gezinnetje zo hecht waren, dag en nacht samen. De boys zijn zo gegroeid, letterlijk en figuurlijk. Jim kan zich heel goed uitdrukken en onthoudt alles: mensen, plaatsen, gebeurtenissen. Wonderbaarlijk! De letter r spreekt hij nu ook goed uit, een rollende! Koen maakt contact met iedereen en praat Engels en Indonesisch. Vandaag zei iemand terimakassi (dankjewel) en antwoorde hij vanzelf: sama sama (geen dank). Als we ergens zitten vraagt hij om een voetbal, geeft een bestelling door of doet handjeklap met de bediening. Ze eten vis van de bbq, rijst met de handen, nasi, tempura, curry (die ze jus noemen) en bedelen om bananen als we op de markt lopen. Niet ziek geweest, en altijd goed geslapen met z’n tweetjes in 1 bed. Ze zijn niet alleen broertjes, maar ook elkaars beste vriendjes. Waar de 1 gaat, gaat de ander ook, zo mooi om te zien.
Ze zijn zich heel bewust van hun omgeving: koen wil alles weten over de ruimte nu we de sterren zoveel beter kunnen zien als thuis. Ook alle dieren worden met bewondering bekeken, vissen, duizendpoten, gigantische spinnen in de badkamer, slakken, vleermuizen…
Jim drinkt liever rechtstreeks uit een waterflesje dan uit een glas of rietje. Antimuggenspul is een nieuw woord dat aan de dagelijkse vocabulaire is toegevoegd, evenals orange juice en sticky rice.
Koen is een volleerd snorkelaar, Jim heeft eelt op z’n voetjes van het rennen en klimmen over stenen en koraalstukjes.
Het zal weer wennen worden in Nederland, waar alles anders is.
Eerst was in Bali alles anders, nu in Nederland…